Deel 3: De eerste 1000 dagen

Onlangs was het de week van de diëtist. Dit jaar was het thema ‘De eerste 1000 dagen’. Weet je niet waar dit over gaat? Lees dan zeker mijn eerste post (Deel 1: de eerste 1000 dagen), daar staat alles gedetailleerd in beschreven. In deel 1 gaf ik meer info over de voeding van de mama voor de conceptie, in deel 2 ging ik dieper in op de voeding van de mama na de conceptie. Vandaag geef ik meer info over de voeding van jouw kindje (de eerste 6 maand) na de geboorte. Persoonlijk vond ik dit deel het moeilijkste om te schrijven. Ik vertel jullie straks waarom…

De eerste maanden na de geboorte heeft jouw kindje voldoende aan aangepaste melkvoeding. Verse moedermelk verschilt van moeder tot moeder, naargelang:

  • het moment van de dag (ochtendmelk bevat meer vet dan melk van andere voedingen)
  • haar voeding (de voeding die de moeder toch zich neemt, geeft weldegelijk een andere smaak aan de borstvoeding)
  • de zwangerschapsduur
  • het seizoen (moedermelk bevat tijdens de zomer relatief meer water en is calorie-armer)
  • de leeftijd van het kind (het colostrum, ook wel de eerste melk na de bevalling is eiwit- en vetrijk)
  • de duur van de voeding zelf (de eerste melk bevat meer water en lactose. Ze is voornamelijk dorstlessend, naarmate het kind langer drinkt, wordt de melk vetter en krijgt deze meer verzadigende eigenschappen.)

Hoe uitstekend de technologie van de producerende firma ook moge wezen, nooit zullen ze deze continue aanpassing kunnen bereiken. Alles samen worden in moedermelk meer dan 100 verschillende nutriënten gevonden. Moedermelk heeft een hoog gehalte aan docosehaxeenzuur (DHA) en probiotica.  Van sommige is de exacte functie nog niet heel goed gekend.  De huidige benadering gaat er van uit dat ze allemaal wel een precies nut zullen hebben, maar hier evolueert wetenschappelijk onderzoek nog continu.  Dit heeft dan soms als gevolg dat commerciële zuigelingformules gesupplementeerd worden met een substantie omdat die ook in moedermelk voorkomt.

Ondanks een enorme evolutie in de samenstelling van kunstmelk, zien we toch verschillen in gezondheidsuitkomten tussen borst- en kunstgevoede kinderen. Kinderen die kunsmelk krijgen, lopen vaker infecties op als ze ziek worden en genezen minder snel. Kinderen die alleen kunstmelk kregen hebben een minder goede cognitieve ontwikkeling en lopen meer risico op het ontwikkelen van chronische aandoeningen.

Zoals de World Health Organisation formuleert: ‘Breastfeeding is the normal way of providing young infants with the nutrients they need for healthy growth and development. Virtually all mothers can breastfeed, provided they have accurate information, and the support of their family, the health care system and society at large.’ De Wereldgezondheidorganisatie én UNICEF raden aan om een kind de eerste zes maanden na de geboorte alleen borstvoeding te geven. Gedurende deze periode voorziet moedermelk volledig alle behoeften van het kind. Op het moment dat borsvoeding niet mogelijk is of niet gewenst is, is kunstvoeding het enige alternatief. Een juiste keuze in het type en een correcte bereidingswijze zijn daarbij van groot belang voor de optimale groei en ontwikkeling van de baby. Voor de samenstelling van aangepaste zuigelingenmelk gelden Europese vastgestelde regels.  Ook ESPGAN (European Society of Paediatric Gastroenterology and Nutrition) en WGO (Wereld GezondheidsOrganisatie) legden adviezen voor de samenstelling van zuigelingenmelk vast. Als gouden standaard voor het maken van aangepaste flesvoeding, geldt de samenstelling van moedermelk.  Het benaderen van deze ideale samenstelling is mogelijk gemaakt door de sterk evoluerende voedingstechnologie.

Na de leeftijd van zes maanden is, naast borstvoeding, additionele voeding nodig om aan de vereiste energie-, vitamine- en mineraleninname te voldoen. Indien je al eerder kunstvoeding geeft aan je kindje, kan je al vroeger starten met groente- en fruitpap. Ik schrijf later nog een blog over deze fase.

Waarom ik dit deeltje moeilijk vond? In dit artikel beschrijk ik de wetenschap en geef ik richtlijnen weer, maar ik weet (als mama én als gezondheidsmedewerker) heel erg goed dat wetenschap losstaat van jouw gevoel als mama. Even een persoonlijke insteek: toen ik nog moest bevallen (je leest het goed :) ), toen mijn weëen nog maar net begonnen waren, kreeg ik van een vroedvrouw in het ziekenhuis volgende boodschap. ‘Je gaat toch zeker 6 maanden borstvoeding geven aan je kleintje he later? Je kan overal kolven, je kolf meenemen naar het werk. Je weet toch dat borstvoeding het beste is voor jouw kindje?’ Natuurlijk wist ik dat! Ik was echter echt aangedaan, hoe kon ik nu weten wat er mij te wachten stond? Misschien lukt borstvoeding helemaal niet vlot? Misschien wou ik helemaal geen borstvoeding geven? Uiteindelijk was ik één van de gelukkigen, bij wie borstvoeding wel vlot bleek te gaan en mijn dochter de borstvoeding gelukkig accepteerde. Ik ben mij er echter heel erg van bewust dat niet iedereen zoveel geluk heeft! Een tip? Laat je zeker ondersteunen door een vroedvrouw! Zeker de eerste periode, wanneer je dit extra hard nodig hebt. Wat ik het allerbelangrijkste vind? Volg jouw gevoel, jij bent mama!

Meer info?

  • Kind en gezin (www.kindengezin.be)
  • Demeyer R. & Tommelein E. (2019). Flesvoeding (Moedermelk of kunstmelk met behulp van de fles). Gent, België. Academia Press.
  • Demeyer R. (2018). Blij koemelkvrij. Koemelkallergie bij baby’s. Rolinde Demeyer, uitgever. ISBN 9789092956306

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *